Een tuin en een zenmeester


Het is herfst en de hoofdmonnik van een kleine tempel in het noorden van Japan is druk bezig de bladeren in de tuin bijeen te vegen. Fanatiek heeft hij alle bladeren onder de grote boom geveegd en terwijl hij ze opruimt in zakken, ziet hij hoe over een muurtje een zenmeester van een andere tempel uit de omgeving toe kijkt. De hoofdmonnik zwaait en roept: ‘Goed hè…’  terwijl hij naar de prachtig opgeruimde tuin wijst. ‘Hm…’ antwoordt de zenmeester, ‘Bijna goed. Moment… ik kom even de tuin binnen.’ De zenmeester loopt de tuin in richting de boom en schudt er even flink aan. De tuin ligt opnieuw bezaaid met bladeren. ‘Nu is het goed,’  zegt de zenmeester.

Dit is een typisch zen-verhaal, niet heel aardig ook en wat vreemd. Veel zen-verhalen zijn nogal vreemd. Het zijn echter wel altijd verhalen met een (vaak verborgen) boodschap.

Waarom doet de zenmeester dit? Zekerheid is er niet, maar een vermoeden is dat het een oefening in altruïsme is. Iets doen, goed doen maar zonder winstoogmerk. Misschien was de hoofdmonnik erg gehecht aan het resultaat van zijn inspanning en vond de zenmeester het nodig dit te doorbreken. Het kan ook zijn dat de zenmeester er gewoon zin in had, toevallig houdt hij niet van schoon geharkte tuinen. Sommige zen-antwoorden zijn nu eenmaal zo :).

De eerste uitleg lijkt het meest zinvol. Kun je iets doen zonder al te zeer gericht te zijn op het resultaat? Kun je, niet gehecht zijn aan het eindresultaat en, er desondanks nog steeds met al je aandacht bij blijven? Anders gezegd, kun je eenvoudigweg aandacht houden voor het proces zelf?

In het zenboeddhisme zijn klusjes als schoonmaken, bladeren vegen, bezemen, gangen dweilen, onkruid wieden… dagelijkse kost. Allemaal in het kader van training en oefening.  Het zijn vaak ook oefeningen waarbij het eindresultaat, zoals bijvoorbeeld een schone gang, maar tijdelijk aanwezig is. De volgende dag begint alles weer opnieuw. Het is een oefening in doorgaan. In plaats van telkens verder te komen, verder te willen zijn of een stapje hoger… is het elke keer opnieuw beginnen.

– Marc Jikan Brookhuis